vrijdag 5 december 2008

PROMO 17: Marleen Andela

Derde re-enactment:




PROMOCoaching Linda Nijenhof

Beste Marleen,

Kort in tijd maar intensief van karakter, zo herinner ik mij ons gesprek. Een paar weken had je de tijd, 4 om precies te zijn, om 4 re-enactments te maken van 4 ‘oude’ werken. De concentratie, helderheid en subtiliteit die uit je bestaande werk spreekt, lijk je in deze periode van onderzoek te (willen?) doorbreken om je te laten meevoeren door de vele mogelijkheden die op je weg komen. Het onderzoek binnen PROMO is uitgebreid en de vragen die je jezelf stelt zijn zeer uiteenlopend.
Verrast ben ik door de ongedwongenheid van bepaalde keuzes die je maakt bijvoorbeeld voor het doen van onderzoek binnen voor jouw nieuwe disciplines en media. Dit is iets wat me bevreemd gezien de strenge en doordachte concepten die je als uitgangspunt en leidraad voor je werk lijkt te nemen. Onderzoek naar het concretiseren van beweging en aandacht voor het ontstaansproces leiden tot het maken van een choreografie voor een dansgroepje of het ter hand nemen van een videocamera. Beide relatief onbekende terreinen voor jou. Dat elke discipline en elk medium zo zijn mediumspecifieke eigenschappen heeft die (gewild of ongewild) een rol gaan/kunnen spelen binnen (het ontstaansproces van) een werk is een onderwerp waar we voornamelijk over gesproken hebben. Een choreografie en een medium als video brengen eigen mogelijkheden, uitdagingen en consequenties met zich mee. Deze ervaar je gedurende het onderzoeksproces, maar ze lijken je soms eerder te overkomen en te overspoelen, dan dat je ze binnen je werk kunt inzetten.
Interessant wordt het als je binnen een van de werken (met ritmisch stuiterende ballen) dichter bij je oorspronkelijke concept blijft en speelt met de eigenschappen van het door jou gehanteerde medium. Niet de omstandigheden of het medium vieren de boventoon, maar jij neemt de regie meer in handen! Het is in dit werk dat ik iets van de oorspronkelijke concentratie en helderheid terugzie.

Groet,
Linda Nijenhof



Momenteel ben ik bezig met het uitsnijden en het nummeren van de sheets voor op de uitnodigingen. Als de uitnodigingen klaar zijn dan zal ik ze op 15 , 10 verschillende lokaties in de stad versprijden. Binnenkort meer...
























Reactie PROMOcoach Anno Dijkstra:

Beste Marleen,

Het waren intensieve gesprekken afgelopen december waarin veel ter sprake is gekomen. Wat mij opviel was de tegenstelling tussen de eenvoud in je bestaand werk en de complexiteit en veelheid in je onderzoek tijdens PROMO.
Het was alsof je explodeerde in ideeën, alles was interessant en een aanleiding voor een beeld. Als een lawine kwamen ze op me af.

De eenvoud in je werk raakt me, het is een oprechte verwondering naar processen, natuurkunde, tijd. Die verwondering maak je zichtbaar in de laatste werken (stuiterballen, emmers water) door het poëtisch te benaderen. Dit in tegenstelling tot je pragmatische benadering van waaruit je begonnen bent. Dit is naar mijn mening een belangrijke stap geweest, het toe laten van die poëzie.
De hoeveelheid daarentegen zie ik niet als positief. Je laat je erg leiden door wat er in je onmiddellijke omgeving wordt gezegd, gebeurt of te zien is maar gaat voorbij aan de vraag wat voor jou nu essentieel is en aan de eisen die je autonome werk stellen. Bijvoorbeeld het begin en einde van de video met de emmers water die vol stromen. Het werk is helder, poëtisch en streng, maar vreemd genoeg onhelder en inconsequent in het begin en einde, terwijl daar de finesse van het werk liggen, daar ligt de kans op een goed werk.
Tijdens PROMO heb je als ik het goed tel 4 onderzoeken gestart, de uitkomsten van die onderzoeken kregen weinig kans op reflectie doordat er steeds weer iets anders gebeurde. Dit is jammer, alle uitgangspunten waren naar mijn mening interessant maar hebben door de veelheid niet de kans gehad dat ook werkelijk te worden.
Je verlangen naar een directe publieksparticipatie straalde in drie projecten door. Zoals je inmiddels ontdekt hebt, komt daar veel bij kijken. Het kunstwerk krijgt dan een sterke sociale kant, het gedrag van mensen verschilt enorm en is ondermeer afhankelijk van de sociale ruimte. Het idee van de uitnodigingen sprak me aan maar verdiende veel meer aandacht dan het nu gekregen heeft. Hoe krijg je niet kunstminnend publiek zo ver dat ze iets voor jou gaan doen. Essentiele vragen heb je daar niet over gesteld. Alleen al de vraag of je het zelf zou doen. Toen ik dat vroeg zei je onmiddellijk dat je het zelf zou doen maar dat was een gemakkelijk antwoord. Je had geen voorbeeld wanneer je dat zelf overkomen was en kon niet controleren of je vermoeden ten opzichte van jezelf ook werkelijk klopt. Juist dit soort zaken hebben veel aandacht nodig anders blijft het bij een halfslachtige poging.

Je hebt de afgelopen jaren in je studie en werk grote stappen gemaakt veel geleerd en ziet nu om je heen enorm veel beeldende mogelijkheden die je eerder niet gezien hebt. Dit talent, het zien van al die mogelijkheden is onmisbaar voor je kunstenaarschap maar tegelijk zijn niet al die mogelijkheden relevant voor jou en je kunst. De komende jaren zul je een weg moeten vinden om die essentiële vraag te vinden, en zoeken door wat en wie je je laat leiden. Misschien is het voor jou nu belangrijk om vooral veel te doen, je in de breedte te ontwikkelen. Ik zou je willen adviseren om bij je leest te blijven en vanuit je werk steeds kleine stappen te maken en de uitdaging te zoeken in het vinden van de juiste vorm voor je concept. (zie stukje over video met emmer water). In die werken zie ik een eigenheid die ik niet vaak ben tegengekomen.
Succes met je kunstenaarsschap.
met vriendelijke groet,

Anno Dijkstra


donderdag 4 december 2008

PROMO 17: Marleen Andela

De band is af en vanavond hebben we ermee geoefend. In vind het erg leuk en leerzaam om te ontdekken wat er bij komt kijken om een idee in de praktijk te brengen. Zowel bij de dans als bij het maken van de band komt veel meer kijken dan dat ik van te voren had gedacht. In het begin verliep het oefenen chaotisch, het was even aftasten wat allemaal kon met de band. Gelukkig had Carla van Zanten veel ideeën. Voor de dans in de band is het belangrijk dat alles goed synchroon verloopt, want omdat iedereen een kracht uitoefent op het geheel, hebben alle dansers en danseressen invloed op elkaar. Volgende week gaat Carla van Zanten eerst een kleine choreografie instuderen met de groep, om als het ware droog te oefenen. Halverwege de les zullen we beginnen om de choreografie toe te passen in de band, om te kijken wat het resultaat is.

dinsdag 2 december 2008

PROMO 17: Marleen Andela


Bij het nieuwe werk zullen de dansers en danseressen de kralen vervangen. Ik ben een grote stoffen band aan het maken van c.a. 1.20m en een diameter van 5 m, die gemonteerd kan worden aan twee punten, of die op twee punten vastgehouden kan worden door danseressen. De stoffen band moet je zien als het nylonkoord bij het orginele werk. Het is de bedoeling dat de dansers en danseressen in de band opzij kunnen leunen. Van bovenaf zou het er ongeveer zo uit moeten komen te zien:
























PROMOtekst door Stijn Hooijer:


Marleen Andela gebruikt de vier weken tijdens PROMO om een verandering in haar werk te forceren, opdat het werk haar ontstaansproces toont en daardoor beter communiceert met de toeschouwer. Vier re-enactments, nieuwe versies van bestaand werk, zijn het doel.

Andela is in 2008 afgestudeerd aan Academie Minerva met als specialisatie beeldhouwkunst. Smaakvolle, zinnelijke objecten van draden, stoffen, kralen en elastiekjes ontstaan onder haar handen. Ook werkt zij met papier, video en computer. Wiskundige principes dienen als uitgangspunt, uit een behoefte haar esthetische beelden binnen een vastgesteld kader vorm te geven en niet puur vanuit haar intuïtie te werken.
De Fibonaccireeks is een van de wiskundige stelregels die Andela gebruikt in haar werk. Binnen deze sequentie is elk element de som van de twee voorgaande elementen, beginnend met 0 en 1. Algemeen wordt aangenomen dat de navolging van een dergelijk logisch principe een harmonieus, esthetisch beeld oplevert. Voorwaarde hierbij is dat er niet wordt afgeweken van de vooropgestelde verhoudingen.
Dit blijkt echter bij het werken in de zintuiglijke wereld haast ondoenlijk. Andela moet de onstoffelijke wiskundige verhoudingen transformeren naar de werkelijkheid van de zwaartekracht om tot haar sculpturen te kunnen komen. Dit gaat niet zonder slag of stoot. Voor een hangende elastiekenbundel uit 2007, waarin één elastiekje aan drie andere elastiekjes is verbonden, werd zij verrast door de zwaartekracht. Ondanks berekeningen, bezweken enkele elastiekjes. In plaats van opnieuw de krachten te berekenen, zodat de bundel intact blijft, raakt Andela geïntrigeerd door de waarde van de ‘mislukking’. In tegenstelling tot wat zij eerst dacht, hoeft de perfecte uitwerking van een hypothese niet de beste uitkomst te zijn. Ook in een werk, waarin niet alles klopt, kan schoonheid ontstaan. Als gevolg van deze ontdekking legt ze niet meer alles van te voren vast, maar laat ze het onverwachte toe tijdens het ontstaansproces.

In 2006 maakt Andela voor het eerst een sculptuur met een wiskundig principe als uitgangspunt. Het werk bestaat uit een tiental nylondraden met kralen die in bogen tussen twee muren hangen. De kralen bevinden zich aan de twee uiteinden van de draden en bepalen door hun gewicht de kromming van de boog. Het gaat om de invloed van de twee uiteinden op het geheel. Als er aan de ene kant kralen bij komen, verandert de kromming aan het andere uiteinde en daarmee de kromming van de hele boog.
De sculptuur is een prachtige esthetische constructie, maar het is een statisch eindproduct. Het ontstaansproces, waarbij verschillende draden na elkaar worden opgehangen, is voor de toeschouwer niet zichtbaar. Andela wil juist de ontwikkeling incorporeren in het eindproduct. Tijdens PROMO wil ze daarom deze statische installatie omvormen tot een dans, omdat in een dans het proces onderdeel is van het werk zelf. De twee polen die in de kralendraden van invloed op elkaar zijn, dienen als uitgangspunt voor de dans die door jonge dansers van dansschool La Danse uit de Hofstraat wordt uitgevoerd. Zij moeten zich bewegen binnen een stoffen constructie van Andela en dat blijkt niet eenvoudig. In plaats van twee polen zijn er nu meer polen die invloed op elkaar uitoefenen. Om tot een goed werk te komen is een continue interactie tussen Andela, de dansers en de lerares onontbeerlijk.

Het vormgeven van een dans is niet Andela’s eerste poging om het ontstaansproces onderdeel van het eindproduct te laten zijn. In een video-installatie uit 2008 is haar interesse voor het maakproces al zichtbaar. Op drie schermen stroomt water uit een kraan in een blauwe emmer. Andela heeft drie keer dezelfde kraan en emmer gefilmd, maar de standen van de kraan gevarieerd. De eerste keer staat de kraan vol open, de tweede keer half open en de laatste keer een klein beetje. Steeds duurt het langer voordat de emmer vol is en Andela heeft het langzaamst stromende water als leidraad genomen voor de duur van alle filmpjes. Elke video duurt 10.50 minuten en dat geeft een vervreemdend effect, dat alleen met behulp van het medium video zichtbaar kan worden gemaakt. De manipulatie van de tijd is echter niet waar het om gaat in dit werk. Van belang is de samenhang tussen de video’s. Andela: “De snelheid waarmee het water stroomt, staat in verbinding met de vertraging van het beeld.”
De re-enactment van dit werk bestaat wederom uit drie schermen, waarin dit keer een stuiterbal de hoofdrol speelt. Andela laat de bal los, staande op een ladder en filmt de stuiterende bal. Net als bij de geopende kraan, bemoeit Andela zich met de snelheid van de stuiters. Het effect is veel dynamischer dan bij het stromende water, aangezien de bal veel heftiger stuitert dan de emmer volloopt. Anders dan gedacht blijft het meditatieve gevoel dat bij het langzame proces van het water aanwezig was, bij het nieuwe werk achterwege.

De nadruk op het proces staat ook centraal in de re-enactment van een werk uit 2007. Het oorspronkelijke werk bestaat uit zwart biesband dat volgens de fibonaccireeks in steeds grotere hangende bogen in de hoek van een ruimte is bevestigd. De bogen beginnen op ooghoogte, omdat Andela de wiskundige verhoudingen ten opzichte van haar lichaam en de ruimte wilde onderzoeken. Het ontstaansproces heeft zij gefilmd, maar stemde haar ontevreden vanwege de dominante aanwezigheid van zichzelf in beeld. Voor PROMO heeft zij het band opnieuw aan de muur bevestigd en de ontwikkelingsgang zo gefilmd dat alleen haar armen in beeld verschijnen. De vraag blijft echter of haar doel - dat de verhoudingen tussen de bogen, zijzelf en de ruimte centraal staan - nu wel bereikt is.

In het werken met video blijkt veel anders uit te komen dan gedacht, net als eerder bij het experimenteren met elastiekjes. Verrassing lijkt een integraal onderdeel van haar werkproces. Ongeacht of het getuigt van een goede werkmethode, wordt Andela gefascineerd door het onverwachte en laat ze zich leiden door de omstandigheden. In haar keuze voor de interactie met mensen is dat onvermijdelijk. In de ‘kralendans’ bleek immers dat elke danser invloed op het eindproduct heeft, niet alleen Andela zelf.

Andela is bereid zich over te geven aan de welwillendheid van een ander, zoals goed te zien is in de benadering van de uitnodiging voor haar presentatie. De uitnodiging vormt een re-enactment van een zeefdruk met een getekende lijn waar transparante lagen overheen zijn gedrukt totdat de lijn onderin beeld was verdwenen. Voor PROMO herhaalt Andela dit idee met een stapeling van doorzichtige sheets. Het blijkt dat een lijn verdwijnt onder een stapel van veertig sheets. Op een langwerpig karton heeft ze veertig lijnen uitgezet, zigzaggend ten opzichte van elkaar en aan de hand hiervan de sheets in verschillende formaten gesneden. Het resultaat is een schuinsaflopende stapeling.
Andela bevestigt elke genummerde sheet aan een uitnodiging en legt ze op onverwachte plekken in de stad. Iedereen kan de uitnodiging vinden en daarmee hoopt ze ook mensen buiten de kunstwereld te interesseren. Via de uitnodiging wordt de vinder gevraagd de sheet mee te nemen naar haar presentatie. Andela geeft zich daarmee over aan het publiek. Het risico bestaat immers dat niemand een sheet meeneemt. Ze is zich daarvan bewust, maar ziet dat juist als het belang van dit experiment. De uitkomst vormt de representatie van het moment, niet meer, maar ook niet minder.
Een grote stap lijkt het van de rigide verhoudingen uit de wiskunde naar de overgave aan een willekeurige situatie. Beide polen zijn echter belangrijk voor Andela en het gaat haar om de reis van de een naar de ander. Haar interesse voor exacte vakken ontwikkelde zij op de middelbare school, maar een bèta-wetenschapper is ze nooit geworden. Andela is een kunstenaar voor wie de interactie met haar omgeving - de wederzijdse beïnvloeding - essentieel is.

Stijn Hooijer

zondag 30 november 2008

PROMO 17 Marleen Andela - Re-enactments

In PROMO ga ik een aantal werken die ik eerder maakte eens opnieuw onder de loep nemen. Ik wil proberen de werken vanuit een geheel nieuwe invalshoek te bekijken om te onderzoeken of de werken beter zijn als ze op een andere manier uitgevoerd worden.
Het allereerste werk dat ik zal onderzoeken is een werk uit 2006. Het is gemaakt van kralen en van zwart nylondraad.

Uitleg:
Denk bij het werk aan een telraam: Op iedere richel zitten even veel kralen. Alleen zijn de richels nu draden die in een boogje hangen. Stapsgewijs schuiven de kralen van de ene naar de andere kant: Bij de bovenste draad hangt 10% van de kralen aan de ene kant, en de andere 90% aan de andere kant. Dan volgt de tweede draad, die is 10% langer gemaakt. Bij de tweede draad hangt 20% aan de ene kant en 80% aan de andere kant. Dan komt de volgende draad, die is weer 10% langer en weer 10% van de kralen schuift door. Zo gaat het door, totdat alle kralen aan de andere kant zijn.

Ik wil kijken of ik een manier kan vinden om het principe dat ik zonet beschreven heb inzichtelijk kan maken. Ik wil het proces integreren in het werk zelf, zodat de uitleg overbodig wordt. Momenteel ben ik aan het onderzoeken of het principe omgezet kan worden naar een choreografie. Ik doe dat samen met Carla van Zanten en de groep Springplank van balletschool La Danse.

www.ladanse.nl





























Hier zijn de verslagen van alle re-enactments:

R
e-enactment 1


U
itleg werk:

Dit werk is gemaakt van kralen. Denk bij het werk aan een telraam: op iedere richel zitten even veel kralen. Alleen zijn de richels nu draden die in een boogje hangen. Stapsgewijs schuiven de kralen van de ene naar de andere kant: bij de bovenste draad hangt 10% van de kralen aan de ene kant, en de andere 90% aan de andere kant. Dan volgt de tweede draad, die is 10% langer gemaakt. Bij de tweede draad hangt 20 % aan de ene kant en 80% aan de andere kant. Dan komt de volgende draad, die is weer 10% langer en weer tien procent van de kralen schuift door. Zo gaat het door, totdat alle kralen aan de andere kant zijn.

Wat wilde ik met het werk?

De wijze waarop dit werk er uit ziet is het resultaat van een soort formule. Het is niet echt een formule die je daadwerkelijk kunt opschrijven maar er is een bepaald principe dat ik heb gehanteerd en het zorgt ervoor dat het werk er uit ziet zoals het er uit ziet. Alle kenmerken van het werk zijn verbonden met het prinicipe. Er zijn bijvoorbeeld 10 draden omdat je in elf stappen van 0% naar 100% bent. De draad wordt telkens 10 procent langer omdat er telkens 10% van de kralen opschuift. Daardoor zijn alle elementen in het werk met elkaar verbonden. Dat vind ik belangrijk. Er ontstaat een esthetisch beeld, en in concrete opbouw heeft het werk ook een bepaalde harmonie. Deze esthetiek en de harmonie koppel ik aan elkaar. De inzichtelijkheid van het principe is daarbij van secundair belang. Ik hanteer het principe vanuit de overtuiging dat het een esthetisch beeld teweeg brengt.

Welke persoonlijke redenen liggen daar aan ten grondslag?

Ik vin het prettig om houvast te hebben door een bepaald principe te hanteren omdat ik dan duidelijkheid kan krijgen over waar ik mee bezig ben. Door analytisch en beredenerende stappen te nemen wordt het makkelijker om de elementen in het werk te definieren en is het helder voor mijzelf waarom ik iets op een bepaalde manier heb gedaan. Voordat ik de regels hanteerde wilde ik nog wel eens voor de bomen het bos niet meer zien, ik was wispelturig en deed iedere keer iets anders, zonder te kunnen definieren waar het mij nou eigenlijk om ging in ieder afzonderlijke werk. Ook wilde ik graag dingen met een reden doen, dat zal wel een soort verkapt calvinisme zijn.

Dat is de reden waarom ik dit werk heb gemaakt. Mijn streven was ineens heel duidelijk. Het ging tevens gepaard met een ideaal, namelijk dat harmonie en esthetiek bij elkaar komen in 1 ultiem punt. Werken volgens een bepaald logisch concept zou in principe ook duidelijkheid moeten kunnen verschaffen voor de toeschouwer. Als er geen poetische of intuitieve dingen aan het werk ten grondslag liggen zou je gemakkelijk uit moeten kunnen leggen waarom de elementen in het werk zijn zoals ze zijn. Dit werk ging dus ook gepaard met een ideaal naar openheid en toegankelijkheid in de kunst. En met concretie, dat is ook een begrip dat ik in de tijd dat ik dit werk maakte erg belangrijk vond.

Wat heeft dit werk mij opgeleverd.

Dit werk heeft mij een hele hoop opgeleverd. Het was het allereerste werk wat ik maakte aan de hand van een systematisch plan. Het is de aanleiding geweest voor alle werken die ik op mijn website laat zien. Op het moment dat ik dit werk maakte had ik het idee dat ik iets gevonden had wat echt bij mij past. In de nieuw ontdekte werkwijze kon ik mijn technisch inzicht kwijt, iets wat ik was beginnen te missen terwijl ik op de kunstacademie zat. Ook was het een manier om mijn grilligheid onder controle kon krijgen. Door de nieuw bedachte voorwaarden voor een werk te hanteren kon ik mij meer focussen op 1 ding en daardoor veel productiever zijn.

Wat zou ik anders willen doen?

De principe's en de stappen waaruit het werk is opgebouwd zijn voor mij de aanleiding geweest om dit werk te maken. Het streven bij dit werk was om het werk zo logisch mogelijk op te bouwen, hoe logischer hoe mooier en beter. Maar waar je naar kijkt is een eindresultaat van logische stappen. Er is dus een tweeledigheid tussen het proces en het eindresultaat, deze zijn twee afzonderlijke dingen.

Logos, logika is iets wat niet een hypothese nodig heeft gerechtvaardigd te worden, het heeft niet een verwijzing nodig. Vanuit die gedachte denk ik dat het veel logischer is voor het werk als het niet verwijst naar een proces wat eerder heeft plaatsgevonden, maar dat in plaats daarvan het proces geintegreerd wordt in het werk. De gedachte dat een zo logisch mogelijk concept esthetiek opleverd, zou hier ook op van toepassing moeten zijn. En werk waarin het proces geintegreerd zal worden zou dus volgens mijn idealen mooier en beter moeten zijn als een statisch werk.

De re-enactment

Ik wil kijken of de stappen waaruit dit werk is opgebouwd en de principe's die gelden kunnen worden omgezet naar een choreografie. Door dit te doen hoop ik de beweging die in het werk zit te concretiseren. Hiermee zou het werk minder verwijzend moeten worden en puurder, meer in het hier en nu. Ook zou het op verschillende manieren uitvoeren van een principe iets moeten kunnen vertellen over het principe op zich. Als de choreografie af is dan kan hij vergeleken worden met het oorspronkelijke werk, en dan valt daar misschien uit op te maken wat de overeenkomsten zijn en wat die zeggen over het principe.

Re-enactment 2

Uitleg werk:

Ik heb een horizontale lijn op de muur getrokken precies op de hoogte van mijn ogen. Deze heb ik in een hoek van de ruimte getekend. Op de lijn heb ik 100meter biesband gemonteerd met pushpins. De biesband hangt in bogen naar beneden. De lengte en de afmetingen van de bogen heb ik gebaseerd op de gulden snede verhoudingen.

1+1=2

1+2=3

2+3=5

enz.

Ik ben links begonnen: De afmeting op de muur is 1(decimeter) de afmeting van de biesband is 1

2e stap: De afmeting op de muur is 1, de afmeting van de biesband is 2

3e stap De afmeting op de muur is 2, de afmeting van de biesband is 3

4e stap: De afmeting op de muur is 3, de afmeting van de biesband is 5

enz.


Wat wilde ik met het werk?

Met dit werk wilde ik een stramien doorbreken. Bij dit werk ben ik bewust afgeweken van het streven naar een esthetisch beeld. Bij dit werk wilde ik juist vragen stellen over mijn werkwijze. De gulden snede verhouding staat bekend als een goddelijke verhouding, hij is vaak gehanteerd in de schilderkunst met als doel om de ultieme compositie te bewerkstelligen.

Ik wilde de gulden snede verhouding laten confronteren met de ruimte, om vragen te stellen over de ultimiteit van de gulden snede en om vragen te stellen over ultimiteit an sich.

Waarom wilde ik vragen stellen over ultimiteit?

Ultimiteit is iets waar ik vaak over nadenk. Ik streef er naar esthetiek te bereiken door middel van een bepaalde logica. Toen ik hier pas mee begon wilde ik het liefst werken maken die zo logisch waren, dat ze compleet vanuit zichzelf te verklaren waren, volkomen en ultiem objectief. Maar naar gelang ik me hier langer mee bezig hield kwam is er achter dat dit helemaal niet kan. Toch vond ik het belangrijk om dit streven te hebben. Maar waarom dan toch? Ik stel het me voor zoals met de deugden:

Deugden zijn altijd twee uitersten, je hebt bijvoorbeeld gulheid en hebzucht. Deze twee bestaan alleen bij de gratie van elkaar. Zonder elkaar betekenen ze niets.

Neem nu een abstracter begrip zoals alles en niets. Alles en niets zijn beiden maatstaven voor een hoeveelheid, het zijn de ultieme uitersten betreffende een hoeveelheid. Het zijn twee kanten van dezelfde medaille.

Bij de begrippen alles en niets is het ook nog eens zo dat alles eigenlijk niets is en niets alles. Want als je alles hebt en alles weet, wat hou je dan nog over? En niets is ook niet veel. Kortom: Alles en niets zijn irreële begrippen en alleen daar tussenin hebben de dingen betekenis. Alles houdt op zichzelf niets in en niets ook niet. Ze bestaan wel, maar niet hier en nu. Wat zich tussen alles en niets bevind is niet alles en ook niet niets maar een andere hoeveelheid en het is subjectief. Je kunt alleen kennen vanuit een subjectieve situatie. Maar zijn alles en niets dan niet belangrijk? Jawel, als ik tien mandarijntjes heb dan is 10 wat betreft mijn mandarijntjes alles. Mijn mandarijntjes zijn niet ultiem, het zijn heel specifiek mijn mandarijntjes. Ze zijn wel verbonden met het begrip alles in de uiterste betekenis van het woord, maar ik moet ze niet met elkaar verwarren.

Mijn mandarijntjes zijn een heel subjectief begrip, want als ik er 1tje op eet dan heb ik er nog maar 9. het alles betreffende mijn mandarijntjes zegt niets over het alles van iemand anders zijn mandarijntjes, maar mijn hoeveelheid mandarijntjes zegt wel iets over de hoeveelheid van een ander. Als ik er 10 heb en jij 7 dan heb ik er lekker meer!

10 mandarijntjes zijn meer als 7, ze zijn allebei alles, maar ten opzichte van elkaar zijn 10 er meer als 7, met in achtneming van de rest van de wereld die om de manderijntjes heen zit, en met de ultieme uitersten alles en niets.

Perfectie kan op een bepaalde manier ook geïnterpreteerd worden als een ultiem uiterste. Perfectie op zichzelf bestaat niet. Perfectie, los van het feit of je het wel of niet ziet als een ultiem uiterste en of je daar in gelooft, is wel belangrijk want het is een afspraak die wij hebben gemaakt om iets te definiëren. Iets is in meer of mindere mate perfect.

Maar de perfecte compositie bestaat niet. Want de perfecte compositie is een allesomvattend begrip. De gulden snede werd toegepast in de schilderkunst om de perfecte compositie te bewerkstelligen. De toepassing van de gulden snede gaat sterk gepaard met een geloof: de gulden snede komt terug in zonnebloemen in de verhoudingen van de mens, en denne-appels en in veel meer. De veronderstelling dat de gulden snede allesomvattend is en voor iedere situatie het ultieme resultaat opleverd heb ik geprobeerd te relativeren met dit werk.

Toch denk ik wel dat het in theorie mogelijk moet zijn om een perfecte compositie te maken in een werk met in achneming van de elementen waaruit het werk bestaat (objecten situatie's gebeurtenissen). Deze perfecte compositie is alleen niet van invloed op een andere compositie en deze kunnen niet met elkaar vergeleken worden, de compositie zou alleen over zichzelf moeten gaan, alleen over het het desbetreffende werk/gebeurtenis. Eigenlijk alleen over het hier en nu.

Wat heeft dit werk mij opgeleverd?

De bovenstaande conclusie die ik nu net heb geschreven, maar die heb ik nu pas gemaakt natuurlijk. Het was niet zo dat ik gelijk nadat ik dit werk gemaakt had een heleboel conclusies kon trekken. Vlak nadat ik dit werk had gemaakt had ik geconcludeerd uit het werk dat objectiviteit en ultimiteit op zichzelf eigenlijk helemaal niet zo interessant zijn, maar hoe wat wat nou verder wist ik op dat moment nog niet heel goed. Na dit werk heb ik het werk met de elastiekjes gemaakt. Daarna vond ik het lastig om een stap verder te doen. Ik merkte dat ik een beetje door bleef gaan met wat ik eerder deed en dat ik dat alleen hier en daar wat losser interpreteerde. Maar dat was eigenlijk geen vooruitgang denk ik achteraf.Al doende is daar langzaam verandering in gekomen.

Wat zou ik anders willen doen?

Achteraf gezien zou ik niet iets anders willen doen aan dit werk. Op het moment dat ik het werk maakte heb ik het ook gefilmd, omdat ik het belangrijk vond om te laten zien dat ik alles strikt uitgemeten had. De film werkte niet goed want ik was zelf te prominent aanwezig in het beeld, daardoor ging er meer aandacht naar mij toe als naar hetgeen ik stond uit te meten.

De re-enactment

Voor mij persoonlijk gaat dit werk eigenlijk niet over de gulden snede of over de horizontale lijn op de muur. Het gaat er om dat ik een patroon doorbroken heb. Ik heb dit werk gemaakt op een moment dat ik dreigde vast te lopen. Dat is voor mij persoonlijk de essentie van het werk.

Ik zou deze essentie nu niet opnieuw kunnen uitvoeren want ik ben juist net een nieuwe weg ingeslagen en er is nog heel veel wat openligt. Ik denk dat ik eerst meer moet onderzoeken voordat ik weer opnieuw vragen kan stellen over waar ik mee bezig ben.

Eigenlijk is het best wel grappig dat ik destijds ik dit werk maakte ik het ook wilde filmen. Ik kom er nu achter dat film een medium is wat ik veel meer wil gaan onderzoeken. Daarom wil ik voor de re-enactment een nieuwe poging doen dit werkproces te filmen, om te onderzoeken of het misschien toch iets oplevert.

Het plan:

Werkproces filmen

Als ik het werkproces ga filmen moet ik zorgen dat ik zelf niet te veel in beeld ben. Ik kan het beste alleen mijn handen filmen. Dat betekend dat ik het werk niet meer op ooghoogte uit kan zetten, maar dat ik het boven mijn hoofd moet filmen.

Ik zou er voor kunnen kiezen om in de presentatie van de film de lijn wel op ooghoogte te plaatsen. Als ik dit werk film is het ook logischer waarom de lijn die ik afteken op een bepaald punt begint en waarom hij op een bepaald punt stopt, want dan wordt dat tevens het kader wat ik zal gaan filmen. Zo had ik het in eerste instantie ook bedacht. Eigenlijk zou ik een boekenplankje moeten gebruiken waar de draden die uit beeld dreigen de hangen op komen te liggen, zodat het als het ware een soort vloertje lijkt.

Re-enactment 3


Uitleg werk:

Het werk is obgebouwd uit drie video's. Ik heb drie keer een emmer laten vollopen met water en dat vastgelegd met een videocamera. 1 keer heb ik de kraan voluit gezet, 1 keer heb ik de kraan zo laag mogelijk gezet en 1 keer heb ik hem ergens in het midden gezet. De video's heb ik allemaal even lang gemaakt. De snelheid waarmee het water stroomt staat in verbinding met de vertraging van het beeld. Ik heb er voor gekozen om de video's af te laten spelen op ouderwetse tv's, bovenop dvd-spelers gestapeld. Ik heb dat gedaan omdat ik een het videobeeld wilde koppelen aan de opstelling, deze bestaan allebei uit twee elementen.

Wat wilde ik met het werk?

In plaats van een eindresultaat wilde ik een proces laten zien. Ik wilde dat alle elementen van het werk met elkaar verbonden waren. Dat is niet helemaal gelukt natuurlijk, maar mijn focus ging uit naar de curve tussen de snelheid waarmee het water stroomt en de vertraging van het beeld, plus dat het minimum en maximum min of meer vaststonden , omdat een kraan bepaalde capaciteiten heeft en een emmer ook en dat zijn de onderwerpen van de video's.

Wat heeft dit werk mij opgeleverd?

Ik merkte dat het werk ook vooral over het medium video ging, want het medium video is tevens een voorwaarde voor het werk. De vertraging leverde bijna spookachtige beelden op, de gloed die terug kwam in de spoelbak ook. Dat zijn dingen die ik niet van te voren heb bedacht, maar toch spelen zij een heel belangrijke rol in het werk.

Dit werk is mijn eerste videowerk. Ik heb nog niet meer video's gemaakt sinds dien, maar dit is een werk waar ik best tevreden over ben, dus ik wil er meer mee gaan expirimenteren.

Wat zou ik anders willen doen?

1)Opstellingsvorm veranderen

Ik heb dit werk geexposeerd op mijn eindexamen. Na lang wikken en wegen heb ik er voor gekozen om het werk te laten zien op ouderwetse tv's maar in principe zou het ook gepresenteerd kunnen worden met beamers die op dvd spelers gestapeld zijn. Ik zou ook nog wel eens feedback willen krijgen op deze opstelling van een publiek.

2) hd kwaliteit

Toen ik het werk gemaakt had heb ik het ook besproken met Peter Bogers. Die zei dat ik het met een hd camera moest filmen en moest kiezen voor een veel cleanere presentatie, namelijk gewoon met flatscreen tv's. Ik wil kijken of dat iets op levert. Ik wil een nieuwe emmer uitkiezen in een nieuwe kleur, ik denk geel. Ik wil het filmen in het kantoortje van Np3 met de geizer in beeld.

3)Nieuw beeld bij het principe

Wat het principe betreft is hetgeen wat ik met video vastleg inwisselbaar. Het moet een proces zijn wat reguleerbaar is. Het kan ook een object zijn wat valt, want de tijd dat iets nodig heeft om te vallen is ook reguleerbaar, dat kan ik regelen met de hoogte. De emmers zijn op een gegeven moment vol, er is een meetbaar punt wat ik kan gebruiken om het werk af te stellen. Maar als ik een stuiterbal laat vallen dan stuitert hij meerdere malen en uiteindelijk ligt hij stil. Daar zitten dus meer punten in die op elkaar afgesteld kunnen worden dmv vertraging/versnelling. In het oude werk tikt een metronoom mee op de achtergrond. Wat die eigenlijk in het werk doet is een beetje onduidelijk. Hij geeft een indicatie van de vertraging en staat haaks op het stromende water omdat hij zo streng is, maar er is eigenlijk geen concrete reden waarom hij er is, hij had er net zo goed niet kunnen zijn want dat had niets veranderd aan het principe. Ik heb de metronoom destijds gekozen omdat ik vond dat hij bijdroeg aan de betekenis van het werk. Ook levert metronoom interessante ritme's op, maar eigenlijk zou het beter zijn als ik een object zou filmen wat deze eigenschappen en tegenstrijdigheden van zichzelf heeft, zodat het niet een losstaand element in het werk vormt. Ik wil graag stuiterballen als object nemen om te kijken hoe dit ervaren word. Is het object in combinatie met een steriele strakke situatie tegenstrijdig genoeg? Of moet ik een ander object nemen? Door stuiterballen te filmen kan ik in ieder geval een ritme creeeren dat niet een losstaand element in het werk is.

Ook denk ik dat het interessant is om een veer te filmen, omdat dat hele sterke ascociaties op levert met de dynamica, net zoals een loden kogel. Ik zou dat interessant vinden omdat ik daarmee kan onderzoeken wat het voor invloed op het werk heeft als je iets neemt waar men dingen mee kan ascocieren. Bij het water zou je namelijk ook een vrij letterlijke ascociatie kunnen hebben, namelijk dat alles stroomt (heracticlus), maar ik vind zelf dat die ascociatie niet in het werk naar voren komt. Ik vind het werk juist heel droog (ha ha), dus dat is juist een tegenovergestelde ascociatie van wat ik er van te voren bij had bedacht. Maar een loden kogel en een veer zijn eigenlijk bijna symbolen op zich denk ik. Misschien werken zulke ascociaties in het werk anders dan dat ik van te voren bedenk, misschien ook niet.

.

donderdag 27 november 2008

PROMO 17: Marleen Andela



Marleen Andela


27 november t/m 21 december

open:
donderdag tot en met zondag: 14.00 - 18.00 uur
en op afspraak met de kunstenaar

Op 19 december om 20.00 uur vindt de publieke presentatie plaats met om 20.30 uur een artist talk van Marleen.



1:40
40 transparante vlakken snijden elkaar in een diagonale lijn, die wordt uitgevaagd door deze vlakken, totdat hij helemaal verdwenen is. Dan is het vlak vol. Samen met 39 andere PROMO stimulanskaarten kan 1 werk gemaakt worden. Als u van plan bent om op mijn presentatieavond te komen, neem dan de sheet op de uitnodiging mee!


www.marleenandela.com





PROMO KiR (Kunstenaar in Residentie) is een plek waar kunstenaars hun werk zes weken lang inhoudelijk en PROMOtioneel naar een hoger plan kunnen tillen.

Volg Marleen live via cam 01